La Guardia de Jaén

La Guardia de Jaén

La Guardia de Jaén , een klein dorp vlakbij de stad Jaén in Andalusië

Deze plek was al vroeg bewoond, vlakbij is een grot genaamd cabrera waar in de prehistorie al mensen woonden. De lokatie is strategisch zeer goed vandaar ook dat er later ook bewoning bleef want ook militair gezien was deze ligging belangrijk.

Logisch dat deze plek een zeer rijke historie heeft van de prehistorie via de Romeinen naar de Moorse tijd.  In de tijd van de Iberiërs bevond zich waarschijnlijk op deze plek al een belangrijke nederzetting getuige de meer dan 30 graven uitgehouwen in nabijgelegen rotspartijen. Later wamen ook hier dus de Romeinen en word deze plek meerdere malen vermeld zijnde nog steeds een belangrijke , machtige en rijke plaats. Ook waren hier natuurlijk de Visigoten maar zoals zo vaak in Andalusië zorgt de komst van de Arabieren voor de grootste voorspoed. De landen zijn zeer vruchtbaar en met de door de Moren meegenomen "nieuwe" technieken zorgde dit voor nog meer rijkdom. Omdat er hier een oude Romeinse weg liep welke uiteindelijk de verbinding was naar het bekende Spaanse Toledo werden de troepen van generaal Táriq ibn Ziyad in 711 al snel naar deze plek gestuurd , hij zag toen al het strategische belang . Overigens is het deze generaal aan wie Gibraltar zijn naam te danken heeft, Jab al-Tarik is de berg van Tarik, het huidige Gibraltar waar men lande vanuit Afrika, maar dat terzijde.

Gedurende die Moorse tijd behoorde La Guardia tot een van de belangrijkste nederzettingen binnen het kalifaat van Cordoba. Het was een van de 17 "provincies". Maar door de onderlinge strijd bleef La guardia toneel van strijd en wisselde de machthebbers steeds weer. De versterking ( burcht ) ligt hoog op een heuvel waardoor men natuurlijk de vijand van verre zag komen. Men vermoed dat de Romeinen hier al een versterking hadden doordat men de nodig resten gevonden heeft in het kasteel. De invasie van de Arabieren leidde ertoe dat het kasteel werd vergroot middels de toenmalige stijl van lemen muren zoals enkel in Baños de la Encina nog bewaard is gebleven. Later werd dit natuurlijk steeds weer opnieuw verstevigd en kreeg het zijn stenen vorm.  Het lag heel lang aan de grens tussen de Moorse en de christelijke legers tot het uiteindelijk in 1244 definitief veroverd werd maar de rust  kwam pas aan het einde van de XV eeuw toen Granada viel. 

Zijn strategische ligging veranderde niet en bleef dus belangrijk maar de huidige naam stamt uit de tijd na 1244. Toen sloten de christenen en de Moren een pact van vrede en lag La guardia aan de grens en was het de eerste / laatste lijn van verdediging voor de grote stad Jaén. er zijn de nodige monumenten hier, behalve de Kasteel is er ook een groot klooster ( 1542 ) en de nodige waterbronnen en meer oude huizen. Het is een zeer stil en rustig dorp op maar weinige kilometers van de hoofdstad Jaén

 

Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

maak als eerste een opmerking.

Schrijf hier iets...
schrijf als een gast

Ook interessant