Zondag, 25 september
Geen enkele toerist die in Andalusië rondreist kan er buiten om ook Gibraltar aan te doen.
"The Rock of El Peñon" is een doorn in het oog van de Spanjaarden, al sinds ze in 1704 door de Engelsen werd veroverd. Tot vandaag zijn er pesterijen door de Spaanse douane met als gevolg de eeuwige files van toeristen bij de toegang.
We rijden tot La Linea, de smalle streek die Gibraltar met het vasteland verbindt en laten onze camper achter op een bewaakte parking "Parking Frontera / Las Tablas" vlakbij de grens. Je kan per uur betalen of voor 24 uur. Voor 13 euro kan je er 24 uur verblijven, dus ook overnachten. Er zijn douches en toiletten. |
De Rocktour duurt ongeveer een half uur en kost 25 euro pp! Slenterend in het centrum ervaren we dat alles hier peperduur is. Het Engelse Pond is de nationale betaalmunt. Betalen in euro's kan, maar je betaalt een ongunstige wisselkoers. Parfum, tabak en drank zijn taxfree en betaalbaar.
Op het pleintje aan de mainstreet is een atelier waar je een demonstratie kan volgen hoe "Gibraltar Cristal" geblazen wordt. Dat het weer gloedheet is, hoef ik niet meer te vernoemen. We zoeken wat verfrissing en rust op een terrasje. Wat is de wereld toch klein. Hier treffen we een bekend echtpaar. Na een babbeltje en een paar foto's, nemen we afscheid. Met de bus keren we terug naar de grens en de parking.
17.00u en 35 C: Eindelijk weg van de stadsdrukte. Op de parking is geen schaduw, het is een kaal plein zonder bomen, zonder enige beschutting tegen de zengende zon. Een landgenoot die we hier ontmoeten, weet een interessante, kleine camping. Camping SurEuropa ligt 3 km op de weg terug, aan zee (11 euro, elektriciteit incl., er is geen service voor campers, je moet je chemische cassette ledigen in de toiletten en je camper mag niet oversized zijn).
We maken een ontspannende wandeling langs het strand en onderwijl kan ik mijn schelpencollectie flink aanvullen.
En dan... moe naar bed.
dag 24 - 44 km afgelegd- -Overnachting: Camping SurEuropa: La Linea
Maandag, 26 september
Voor het eerst een bewolkte dag, maar het is warm.
Eens Gibraltar voorbij komen we aan de Costa de la Luz. De naam zegt het, "De Kust van het Licht" kent zeer veel zonuren per jaar.
We arriveren in Tarifa, het meest zuidelijk punt van Spanje, maar ook het tochtgat van Spanje. Daardoor is het een paradijs voor surfers. Daarom ook bekend als de Costa del Windsurf.
Het stadje is nog niet verpest door massatoerisme en is leuk om rond te kuieren met zijn smalle straatjes, witte huizen, een burcht "Castillo de Guzman" aan de haven en een mooi strand. Jammer genoeg staat hier zoveel wind.
Vanaf de haven in Tarifa kan je een boottocht maken naar Tanger (duurt ongeveer 35 minuten). Je vertrekt 's morgens en komt 's avonds terug. Genoeg om de sfeer van Afrika en Marokko te proeven. In dit seizoen zijn de prijzen trouwens gehalveerd.
Wildkamperen is hier in Tarifa officieel verboden, toch kan je je camper overal aan het strand parkeren in dit seizoen. Wij en verschillende andere camperisten stonden er de hele namiddag zonder probleem.
We trekken verder en zoeken overnachting.
Van Tarifa voert een bergachtige weg over de Sierra Algarrobo, dwars door prachtig groen landschap.
Na ruim 20 km verlaten we de N340 richting zee.
We rijden zo'n 6 km door prachtige natuur en komen in Playa de Bolonia, een baai met een heerlijk strand van fijn, wit zand, een helder blauwe zee en een berglandschap als achtergrond.
De stieren lopen hier vrij langs de weg, ook op het strand en langs de zee. Op een gegeven ogenblik staat er eentje aan onze camper. Maar geen paniek, de magere beestjes zijn heel rustig. Zoals in Tarifa waait ook hier de felle wind. Het plaatsje is gekend en geliefd door de surfers. Ze hebben het over de "Levante" een krachtige wind van links die tot 7 á 9 Beaufort kan oplopen. Er staan een 4-tal campers (surfers natuurlijk).
Een paradijsje! 's Avonds zien we vanuit de camper de zon ondergaan en 's morgen weer opkomen. Wat kan het leven mooi zijn!!!
dag 25 - 85 km afgelegd - Overnachting: in baai a.strand Playa de Bolonia
Dinsdag, 27 september
Er stond gisteren al een strakke wind. Deze nacht is die nog aangewakkerd. Soms dacht ik dat de camper zou kapseizen. Op het pleintje waar we overnachtten stond ook een achtergelaten auto. Deze morgen lagen er twee clochards in te slapen.
Voor we terug naar de N340 rijden, bezoeken we de Ruinas Romanos de Baelo Claudia een paar km verder langs de kust.
De opgravingen laten de structuur van een toenmalig Romeins stadje zien - een theater, een badhuis, een visfabriek, tempels ... De inwoners zijn heel trots op deze opgravingen en terecht!
De wind wakkert aan met soms hevige rukwinden. Bij het binnengaan in de camper vliegt de deur met een kwak open en is ze is uit haar hengsels. Gelukkig heeft Willy wat alaam bij en het lukt hem de deur te herstellen.
Met de mooie weg (AB2216) rijden we de 6 km terug naar de N340 om die na een poosje weer te verlaten voor een kustweg naar Zahara de los Athunas. Door de kurkeikenbossen van Barbate komen we weer aan de azuurblauwe zee in Los Caños de Mecca.
Aan het strand stoppen we voor een rustpauze en zien er toevallig onze buren (surfers) van deze nacht terug.
Nadien volgen we de kust tot het Parque Naturel en de Cabo de Trafalgar met de Faro.
Het zoveelste panorama zonder weerga! Maar, de wind is nijdig en het opvliegend zand prikt pijnlijk in mijn huid. Hier aangenaam rondhangen zit er niet in.
Het volgende dorpje El Palmar is heel camperonvriendelijk. Al bij het binnenrijden staat een groot bord: "Alle kampeertoestanden zijn in het hele dorp verboden!".
Wij hebben toch fijn langs het strand geparkeerd, zalig gezwommen en genoten van de hoogopslaande golven en de wilde zee. Op het strand waren alle douches al afgesloten.
Ik geloof nooit dat je in het hoogseizoen zoiets moet riskeren. De Guarda Civil zou hier rap staan.
16.00u: We zijn op weg naar Conil de la Frontera. Conil is een wit dorpje, met de kenmerkende smalle straatjes, gezellige pleintjes, een haventje en een authentiek centrum met Castillo. In tegenstelling tot El Palmar is Conil de la Frontera heel campervriendelijk.
We vinden een tof plaatsje voor de nacht aan de monding van de Rio Salodo, met de zee voor ons.
Er staat al een camper, een dubbel-asser die eens zo groot is als onze Casa Flora.
Al vlug maken we kennis met onze Engelse buren Gil en James. Ze zijn 6 maanden onderweg en hebben de hele westkust van Portugal er op zitten. Nu staan ze al een paar dagen in Conil en geven ons tips en info. Je kan hier aan het strand overal parkeren en douchen op het strand. In het waterzuiveringstation, bij het binnenkomen van Conil, kan je je cassette ledigen en drinkwater bijvullen.
Na het buurten maken we nog een romantische avondwandeling in het verlichte dorpje dat pas nu tot leven komt Uiteindelijk belanden we doodmoe in bed.
dag 26 - 95 km afgelegd - Overnachting: aan zee, langs rivier: Conil de la Frontera